Hallo! De man achter het stuur lachte mij via de achteruitkijkspiegel vriendelijk toe. Hij begroette me alsof ik gezellig op bezoek kwam.
Met één hand op mijn boodschappenkar had ik de achterklep van de auto opengetrokken. Heel even dacht ik nog: ‘N’? Ik heb helemaal geen N in mijn kenteken.’ Maar voor die gedachte doordrong, werd ik dus al vriendelijk toegesproken door de rechtmatige eigenaar. Ik had de verkeerde auto voor de mijne aangezien. Hij had ongeveer de goede kleur, maar daar was dan ook alles mee gezegd.
Het is toch bijzonder hoe het brein werkt. Ik ben als dochter van een automonteur opgegroeid tussen de auto’s. Waar mijn vader exact wist wie welke auto reed, deze van verre herkende, en het kenteken uit zijn hoofd opdreunde, begin ik te stamelen als men vraagt wat voor auto ik zelf rij. Die van een ander herken ik niet, ook niet na 100 keer carpoolen.
Iedereen onthoudt en leert anders. Zo heeft mijn oudste uren en uren kansloos geprobeerd Franse en Duitse woorden te stampen. Het Japans dat hij nu via Duolingo leert, gaat er daarentegen in als sushi. Interesse zal meespelen. Maar ook de manier waarop iets wordt aangeboden. Een 16-jarige VMBO-er vertelde mij dat hij via luisteren niet zoveel kon onthouden. Ik ook niet. Als ik alleen luister, vergeet ik veel. Schrijf ik tijdens het gesprek mee, dan hoef ik die aantekeningen nooit meer te bekijken. Het helpt als je van jezelf weet hoe jij dingen makkelijk onthoudt en aanleert.
Maar als je, zoals de meesten van ons, regelmatig kennis moet overdragen, dan is het niet zo heel interessant wat voor jou werkt en wat jij leuk vindt, dan gaat het erom hoe de ontvanger van die informatie leert en onthoudt.
Bij groepen betekent dit automatisch dat je dezelfde materie het beste op verschillende manieren kunt aanbieden. Niet altijd alleen maar filmpjes, maar afwisselen tussen YouTube, casus, quiz, spelletje, traditioneel aanhoren, e-learning, leuk blogje in de nieuwsbrief, illustraties, noem maar op. Heel veel verschillende muntjes, zodat het kwartje uiteindelijk bij iedereen valt.
Inmiddels heb ik mijzelf ingeprent dat ik een Toyota heb, weet ik een mooi ezelsbruggetje voor mijn kenteken en herken ik de kleur. Alleen bleek laatst dat dit in een schemerige parkeergarage niet sluitend is. Ik klikte mijn auto open, trok het portier los en schrok me kapot van de rotzooi die ik aantrof op bijrijdersstoel en middenconsole. ‘Inbraak!’ dacht ik, voordat ik mij realiseerde dat dieven meestal geen spullen brengen, maar halen. Het bleek de auto naast de mijne te zijn. Niet op slot, of toevallig reagerend op mijn sleutel, geen idee. Ik had in ieder geval wederom de verkeerde auto te pakken.
Ik heb me erbij neergelegd. En op zich is dit niet zo’n ernstig geheugenmankement. Je maakt nog eens wat mee. De welkome groet van de man wiens achterbak ik wilde volladen met mijn boodschappen brengt nog regelmatig een glimlach op mijn gezicht.
Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in het Vakblad Arbo.